Mijn moeder was een Indische vrouw. Haar vader was een Hollander, haar moeder Indonesisch, een echte Javaanse. Zij woonden in Klaten, dicht bij Solo. Mijn moeder trouwde met een Indische man. Samen kregen ze drie kinderen: twee dochtertjes en een zoontje. Plotseling verdween haar man. Het was oorlogstijd, en aanvankelijk leefde mijn moeder in grote onzekerheid. Zij bleef alleen achter met de kinderen. Pas later bleek dat haar man naar Holland was vertrokken. Zijn verhaal was dat hij ziek was geworden en naar Holland vervoerd. Zij kreeg de scheidingspapieren opgestuurd per post.
Een Nederlandse militair ontfermde zich over het in de steek gelaten gezin. Mijn moeder ontmoette hem in Jakarta, waar ze met haar kinderen naartoe was vervoerd nadat ze uit het Jappenkamp was bevrijd. Deze militair, Andries Brandt, was al voor het uitbreken van WO-II met zijn vrouw naar Indonesië vertrokken, gevlucht voor zijn familie. Zij hadden namelijk de schande begaan om voor het huwelijk seks te hebben. In Indonesië kregen ze een paar kinderen, en bij het uitbreken van de oorlog vertrokken vrouw en kinderen naar Nederland. Hij bleef in Indonesië als militair bij het KNIL. Mijn moeder is geboren in 1919, hij was vermoedelijk in het begin van de 20e eeuw al geboren en was dus al een stuk ouder. Zijn eigen kinderen waren niet veel ouder dan mijn moeder, er zat hooguit tien jaar verschil tussen.
Andries Brandt en mijn moeder hebben zo’n drie jaar een verhouding met elkaar gehad. Andries verwekte een kind bij mijn moeder. Mij. Ik werd geboren op 15 februari 1950. Mijn vader was toen al terug naar Nederland, naar zijn eigen gezin. Hij heeft nog wel de bevalling betaald, en drie jaar huur vooruitbetaald voor mijn moeder. Dat was het dan. Alleen mijn voornaam herinnert aan hem: Andrea.
Op mijn vijfde jaar werd ik naar een kindertehuis gebracht, eerst in Bogor, en daarna in het St. Vincentiushuis in Jakarta. Drie jaar later, in 1958, werd ik bij het kindertehuis opgehaald om met mijn oma en mijn nicht naar Holland te vertrekken. Ook in Nederland werd ik weer in een kindertehuis ondergebracht. Mijn moeder moest achterblijven in Indonesië, omdat zij tbc had. Zij kwam pas later naar Holland, en heeft hier toen ook nog twee jaar in een sanatorium gelegen. Dus pas op mijn elfde werd ik weer herenigd met mijn moeder en kon ik uit het kindertehuis.
Mijn moeder wilde nooit praten over mijn vader. We hebben in Indonesië slechte tijden gehad. Toen mijn moeder er achter kwam dat haar man in Nederland zat, smeekte zij hem om hun drie kinderen naar Nederland over te laten komen om hen een goede scholing te geven. Dat heeft hij inderdaad gedaan. Maar helaas heeft hij vervolgens mijn moeder zo zwart gemaakt bij hen, dat de kinderen een tijdlang het contact met haar hebben verbroken.
Ik heb, heel veel jaren later, voor het eerst mijn eigen vader ontmoet, in Kampen. Hij wilde geen contact hebben met me, want dat lag moeilijk bij zijn vrouw. Zij hadden een stuk of 5 kinderen. Slechts een van die kinderen, een halfbroer van mij dus, accepteerde mijn bestaan en hield contact met mij.
In augustus 2009 las ik in de Moesson jullie verhaal van José Kerry, dochter van een Nederlandse militair en een Indonesische moeder. Dit was voor mij zo herkenbaar! Ik ben ook een van deze kinderen. Ik heb er mijn hele leven mee moeten dealen. Ik heb halfbroers en –zussen, maar toch hoor je er niet echt bij. Ik heb me door hen altijd miskend gevoeld, slechts een van hen accepteerde mij echt. Je leeft altijd met het gevoel van ‘tussen wal en schip’. Alleen al de naam waar je mee verder moet. Ik heb er niets mee, ik had liever de naam van mijn moeder gehad.
Na het lezen van het artikel in Moesson zocht ik jullie website op en zag toen waar ik al heel lang naar op zoek was. Ik heb me altijd afgevraagd of er niet iets was voor ons soort kinderen. Ik vind Oorlogsliefdekind een hele mooie naam. Ik vind het ontroerend, het geeft me een plek. Daarom heb ik gereageerd.
Kent u iemand die op zoek is naar zijn of haar vader, halfbroer of halfzus? Of kent u iemand die zijn/haar familie teruggevonden heeft? Laat het ons weten! Neem contact op |