Toen een groep veteranen in 1977 Semarang bezocht, werden zij aangesproken door twee mensen, een broer en zus. Het was duidelijk aan ze te zien dat zij niet volledig Indonesisch waren. Ze waren op zoek naar ene Jan de Boer. Hun vader. Mijn vader. Pas eind 2010 durfde een van de veteranen het mij te vertellen, toen mijn moeder al overleden was. Ik heb geen idee waar ik ze nu moet zoeken.
Mijn vader Jan de Boer werd in december 1947 naar Indie gestuurd, als 20-jarige jongen uit Schalkhaar. Mijn ouders waren jong getrouwd, en ik was net een paar maanden voor zijn vertrek geboren, in oktober 1947. Hij was kok in 5.5 R.I. Zijn regiment was op verschillende plekken actief, o.a. in Klaten en in Salatiga. En op een gegeven moment werden zij ook in of bij een Suikerfabriek gelegerd, de ‘Gondang Winangoe’ in het plaatsje Djatinom, vlak bij Klaten. Die fabriek bestaat nog steeds.
Tijdens de politionele actie werd die hele groep van mijn vader naar Yogjakarta verplaatst, maar mijn vader moest achterblijven omdat hij zo’n goeie kok was. Hij werd toen kok bij de Tijgerbrigade. Uiteindelijk is hij op 27 juni 1949 verongelukt, waarschijnlijk bij Ambarawa. Hij ligt begraven op de militaire begraafplaats in Tjandi, bij Semarang. Zijn graf is er nog steeds.
Toen die groep veteranen in 1977 naar Indonesie ging, bezochten ze natuurlijk verschillende plekken waar zij als militair gezeten hadden. En zo kwamen ze ook in de Suikerfabriek terecht. Een man en een vrouw die daar werkten, een twee-eiige tweeling, kwamen op hen af en vroegen of zij Jan de Boer kenden, een kok van het 5.5 R.I. Zij vertelden dat dat hun vader was, en dat zij hem graag wilden ontmoeten.
Een van de veteranen kende inderdaad Jan de Boer, en hij schrok zich rot. Hij dacht: ‘Tsjonge, Jan was getrouwd in Nederland, en nu dit! Nu lopen hier ineens twee kinderen van hem rond’. Hij was zo perplex, dat hij helemaal vergat hun namen te vragen. Hij heeft er zelfs niet aan gedacht om hen te vertellen dat mijn vader al in 1949 gesneuveld was.
Jaren later, in 1995, kreeg ik contact met de veteranengroep van het 5.5. R.I., omdat ik wat meer wilde weten van mijn vaders verleden. Ik heb hem zelf immers ook nooit gekend. Ik kwam daar ook in contact met de maat van mijn vader, de slager. We spraken sindsdien af en toe met elkaar, via hem ben ik iets meer over mijn vader te weten gekomen. Hij was destijds slager geweest in het leger en werkte veel samen met mijn vader. Maar hij heeft mij al die jaren niet durven vertellen dat hij die tweeling in Semarang was tegengekomen, en dat die op zoek waren geweest naar mijn vader. Misschien wilde hij het mijn moeder besparen. Hij heeft al die tijd gezwegen.
Mijn moeder is in 2008 overleden, en heeft het dus nooit geweten. Pas onlangs, toen er in de Checkpoint een artikel over de Contactdag van Oorlogsliefdekind stond, dachten een paar andere veteranen: een kind heeft er recht op te weten dat hun vader nog andere kinderen heeft. En zo heeft een van hen mij pas geleden het hele verhaal verteld. Ik heb vervolgens aan mijn oom, de broer van mijn vader, gevraagd of hij iets wist. Eerst wilde ook hij er niet over praten, maar later hebben we een diepgaand gesprek erover gehad. Hij weet van niets, maar het verhaal klonk hem niet vreemd in de oren. Hij heeft zelf ook een twee-eiige tweeling, dus misschien zit het in de familie. Het zou heel goed kunnen dus, dat die tweeling in Indonesie inderdaad van mijn vader is. Alles klopt.
Die broer heeft altijd het gevoel gehad dat er iets was geweest tussen mijn vader en een vrouw. Mijn vader had destijds een foto naar huis gestuurd, naar zijn ouders, en daarbij geschreven: dit is mijn wasbaboe met mijn ‘pleegkindje’, haar dochter. Die vrouw heette Hanna, stond er bij. Diezelfde foto vond ik veel later in de portemonnee van mijn vader, toen ik een keer door zijn oude legerspullen ging. Waarom zou hij die bewaard hebben, als het een gewone wasvrouw voor hem was geweest? Ik denk dat zij de moeder van zijn kinderen is geworden. En de kans is groot dat hij al overgeplaatst was, voordat hij wist dat ze zwanger was. En toen is hij gesneuveld, en heeft nooit meer iets van zich kunnen laten horen.
Ik ben niet teleurgesteld over mijn vader. Hij was nog zo jong, 20 toen hij er heen ging en 22 toen hij overleed. Ik kan me voorstellen dat een jongen van die leeftijd, die 3 jaar weg van huis is, iets met een meisje heeft, ook al heeft hij ver weg thuis een vrouw en een kind. Ik vind het alleen ontzettend jammer dat ik het nu pas weet. Ik ben in 1996 en in 1998, met een georganiseerde reis waaraan ook veel veteranen deelnamen, in Indonesie geweest om het graf van mijn vader te bezoeken. Hij ligt op de militaire begraafplaats in Tjandi, bij Semarang. Als ik het had geweten, was ik op zoek gegaan naar mijn halfbroer en halfzus. En zij? Je hoort nu in alle verhalen die opduiken dat het voor die kinderen zo moeilijk is om te accepteren dat ze in de steek zijn gelaten door hun vader. Maar mijn vader kon helemaal niks van zich laten horen, want hij was gesneuveld. Misschien is dat een troost voor hen. En misschien wonen ze wel, zonder het te weten, vlak bij het graf van hun vader. Al die jaren. Dat vind ik sneu. Daarom wil ik proberen hen te vinden. Zodat ik het ze zelf kan vertellen, dat mijn vader hen misschien niet expres in de steek heeft gelaten.
Maar waar moet ik zoeken, hoe moet ik beginnen? De veteraan aan wie ze zich in de Suikerfabriek voorstelden, heeft hun namen niet. Ik heb niks. Ik weet alleen dat ze in de jaren ’70 in de Suikerfabriek werkten. Misschien lezen ze ooit de oproep op deze website. Want zij weten wel de naam van hun vader, Jan de Boer. Ik heb al gezien dat er meer oproepen op de site staan van mannen die zo heten. Daar zullen er destijds wel meer van zijn geweest. Maar misschien herkent iemand dit verhaal. En uiteindelijk zullen ze dan bij de goeie uitkomen.
Heeft u zelf vermoedelijk een halfbroer of halfzus in Indonesië, verwekt door uw vader in zijn soldatentijd in Indonesie? Of heeft uw vader hierover ooit iets verteld? Laat het ons weten! Neem contact op |
Reacties
Ik zal t hele verhaal nog eens goed lezen,de fabriek bestaat nog,heb paar jaar geleden nog met de eigenaar gesproken,fabri ek is aangesloten bij de RWI groep Jakarta.ik zit over een half jaar een paar dagen in Semarang.
M.vr.groet,Jan de Jong Depok/Cibubur