Vorige week, het was augustus 2011, belde mijn moeder me op met de woorden: “Er is een kind in Indonesië, van je vader”. Zij had het net gehoord van een nicht die bij haar op bezoek was. Ik heb altijd gevoeld dat er iets was, en nu werd het opeens werkelijkheid. Het zou om een jongen gaan. Het laat me sindsdien niet meer los, en ik ben nu op zoek naar mijn halfbroer.
Het verhaal van Dora en de zoektocht naar haar halfbroer
Vreemdgegaan
Mijn vader vertrok op 3 oktober 1946 als OVW-er (oorlogsvrijwilliger) met het schip De Tegelberg naar Indië. Twee maanden voor zijn vertrek, in augustus 1946, zijn mijn vader en moeder nog gauw getrouwd. Mijn moeder raakte meteen zwanger, en mijn zusje is geboren terwijl mijn vader in Indië zat. Mijn vader was sergeant bij de 7 December Divisie, in de A-compagnie 3.9. R.I. Ze hebben hun opleiding gekregen in Engeland, en zijn daarna doorgevaren naar Indië. Hij is pas in november 1949 teruggekomen. Meteen bij zijn terugkomst ben ik verwekt: ik ben geboren in september 1950. Daarna kwamen er nog 2 meisjes en een jongen. Over Indië heeft hij nooit veel gepraat met ons. Het was een moeilijke, traumatiserende tijd voor hem geweest. Mijn vader schijnt in Batavia zelfs bij een psychiater te zijn geweest. Dat heeft hij mijn moeder niet zelf verteld, maar dat had een dienstmaat aan zijn eigen ouders geschreven, en dat werd weer doorgebriefd aan mijn moeder.
Mijn moeder wist dat mijn vader in Indië vreemd was gegaan. Dat had hij in een van zijn brieven opgebiecht. Mijn vader kwam uit een streng gereformeerd gezin. Een scheiding in die tijd zou een schande zijn geweest. Mijn vader had wel een keer aan mijn moeder verteld dat hij een jongetje uit Indonesië had willen meenemen naar Nederland. Hij had ook een fotootje van dat jongetje, dat hij thuis in zijn dagboek had. Mijn moeder kende dat fotootje wel, maar het jongetje op die foto was al een paar jaar oud. Dus zij heeft bedacht: dat kan nooit van hem zijn. En verder heeft ze het altijd weggedrukt.
Iedereen wist het, behalve wij
Ik heb het altijd vreemd gevonden dat mijn vader dat jongetje mee had willen nemen naar Nederland. Want hij was helemaal geen echte kindervriend. Waarom zou hij een onbekend kind hebben willen meenemen? Hij schijnt daarover zelfs overlegd te hebben met mijn oma, maar die raadde het hem af. Toen mijn oma op haar sterfbed lag, had ik het idee dat ze me iets wilde vertellen. Maar mijn tante liet ons niet alleen, en zo is het er niet van gekomen. Nu denk ik: dit moet het zijn geweest. Het lijkt er op dat iedereen in de familie over het kind wist, behalve mijn moeder. Haar nicht hoorde vroeger haar ouders er al over praten. En mijn vader zelf heeft er ook wel op gezinspeeld, denk ik. In 1970 gingen mijn ouders uit elkaar. De dag dat mijn vader mijn moeder verliet, aaide hij haar over haar bol en zei: “ik ben blij dat je er nooit over gepraat hebt.” We dachten dat dat ging over dat vreemdgaan. Maar misschien heeft mijn vader al die tijd gedacht: ze weet het wel, ze heeft aan een half woord genoeg.
Mijn moeder heeft helaas geen brieven uit die tijd meer bewaard. Mijn vader hield daar wel een dagboek bij, en mijn moeder heeft dat stiekum een keer gelezen. Maar mijn vader heeft dat dagboek bij hun scheiding meegenomen, net als zijn fotoalbum. Ik heb zelf maar 4 foto’s van mijn vader uit zijn diensttijd.
Mijn vader leeft nog
Toen mijn moeder mij gebeld had, ben ik meteen naar deze website gegaan van Oorlogsliefdekind gegaan en heb de hele nacht zitten lezen. Ik heb diezelfde nacht ook de film Tuan Papa bekeken. Ik ben er zeer emotioneel onder. Ik vind het zwaar om te dragen en zou graag hulp hebben hierbij. Mijn moeder vindt het niet goed dat ik op zoek ben gegaan naar mijn halfbroer. Mijn zussen weten het ook niet. Mijn ouders leven allebei nog, allebei 89 jaar. Mijn oudste zus heeft nog contact met mijn vader en niet meer met mijn moeder. Ikzelf heb alleen nog maar contact met mijn moeder en niet meer met mijn vader. Misschien kan ik binnenkort de moed opbrengen om mijn vader te bezoeken, als hij 90 wordt. Dan kan ik hem vragen naar zijn kind, mijn Indonesische halfbroer. Maar ik weet nog niet zeker of ik het durf. Maar wat ik wel weet: als mijn halfbroer gevonden wordt, is het eerste vliegtuig naar Indonesië voor mij, ook al heb ik alleen maar een AOW-tje. Ik wil hem zo graag ontmoeten.
(Naam en contactgegevens van Dora zijn bekend bij de redactie)
Kent u iemand die op zoek is naar zijn of haar vader, halfbroer of halfzus? Of kent u iemand die zijn/haar familie teruggevonden heeft? Laat het ons weten! Neem contact op |