Zoektocht naar een halfbroer of -zus
In de nalatenschap van mijn vader vond ik tussen foto’s van zijn diensttijd twee portretjes van een jonge Indische vrouw: een van haar alleen en een samen met een baby. De formaten van deze foto’s wijken echt af van de andere foto’s uit die tijd. Ze passen gemakkelijk in een mannenportemonnee. Sindsdien houdt de vraag mij bezig: wie is deze vrouw, die blijkbaar zo de moeite waard was dat haar foto’s al die jaren door mijn vader zijn bewaard? En wie is het kind? Is het zijn kind? Heb ik een onbekende halfbroer of –zus?
Bijna drie jaar dezelfde standplaats
Mijn vader Bob is in november 1947 naar Indonesië verscheept om daar te ‘dienen voor orde en herstel’. Een jonge, vrijgezelle man uit Leeuwarden in de bloei van zijn leven, die net zijn opleiding had afgerond. Bob was als dienstplichtig militair ingedeeld bij de Staf compagnie-5-4 RI, of het 4e Regiment Kanonniers. Hij was iets van foerier, of bekleedde een administratieve functie. Precies weet ik het niet. Zijn standplaats werd het KNIL-kampement te Banjarmasin op Borneo, of Bandjermasin zoals dat toen heette. Bijna drie jaar later, eind april 1950, keerde hij pas weer terug naar Nederland.
Dol op dansen en plezier
Na terugkeer is hij getrouwd met mijn moeder en stichtten ze een gezin. Mijn vader was een introverte man. Hij praatte nauwelijks over zijn diensttijd in Indonesië. Ik kan me maar één voorval herinneren waarover hij verteld heeft, hoe hij op patrouille een keer beschoten werd. Misschien is het in dat deel van Borneo in militair opzicht minder hectisch geweest dan in andere gebieden en heeft hij een relatief rustig bestaan geleid. Banjarmasin is een grote stad, met alle verleidingen. En mijn vader was best een mooie man, een beetje dandy-achtig gedrag was hem niet vreemd. Geen schuinsmarcheerder, maar wel een charmeur. Dol op dansen en vol lof over vrouwen. Via de vereniging van oud-militairen heb ik een oud-strijdmakker van hem gesproken. Die vertelde dat mijn vader zelfs een vaste schoenmaker had in de stad, want dat hij het verdomde op die soldatenkissies te lopen. Na flink doorvragen en duwen van mijn kant, gaf die maat toe dat ze destijds behoorlijk achter de vrouwen aan zaten. Je kunt het je ook wel voorstellen: de hormonen stroomden natuurlijk uit hun oren.
Twee foto's
Het zou kunnen dat hij in Banjarmasin een kind heeft verwekt en dat hij dat altijd voor ons heeft verzwegen. Het is giswerk van mijn kant, ik heb geen concretere aanwijzingen dan die twee foto’s van die jonge vrouw en de baby. En achteraf denk ik dat iets hem toch al die jaren dwars heeft gezeten. Want als je ouder wordt, en je weet dat je daar nog een kind hebt rondlopen, zit dat je vast niet lekker. Ik heb gek genoeg al lang voordat ik die foto’s vond, altijd het gevoel gehad dat er wellicht iets gebeurd zou zijn daar.
Ik heb gezocht naar brieven van hem naar het thuisfront. Hij schijnt veel geschreven te hebben. Maar ik heb geen enkele brief gevonden. Mijn grootouders hebben van alles bewaard, maar geen brieven uit Indië. Zouden ze hem na zijn terugkeer hebben gemaand: vergeet dat kind en die vrouw, denk aan je eigen toekomst? Een strijdmakker van mijn vader vertelde me later veel over mijn vader, maar toen ik met die foto’s op de proppen kwam, werd hij ineens zo gesloten als een oester. Aan de weduwe van een overleden vriend van mijn vader uit die periode heb ik gevraagd of zij ooit had gehoord of mijn vader daar een relatie zou kunnen hebben gehad. Zij vertelde dat haar man er nooit over had gesproken, en als hij iets zou hebben geweten, dat nooit aan haar zou hebben verteld. De kameraadschap was zo hecht, ze zouden nooit over elkaar uit de school klappen. Zegt dat niet ook al heel wat?
Gemiste kansen
Na het lezen van jullie boek Liefde in tijden van oorlog denk ik nu: ik had er zo graag met mijn vader over willen praten. Wat jammer dat ik dit allemaal niet eerder heb geweten. Mijn vader is meer dan twintig jaar geleden overleden en mijn moeder ook al weer enkele jaren geleden. Op school leerden we over de Eerste en de Tweede Wereldoorlog, maar over de politionele acties in Indonesië door onze eigen mensen werd niet gesproken. Wat een gemiste kansen!
Het was een goede vader en ik wil hem natuurlijk ook niet in diskrediet brengen, en misschien verbind ik wel verkeerde conclusies aan die foto’s. Toch, het blijft vreemd wat moest hij met die foto’s? Vanuit mijn veilige bestaan hier en nu, denk ik: hadden hij en anderen met een kind niet meer verantwoordelijkheid moeten tonen? En wat te denken van onze overheid? De soldaten van toen hebben bastaards gemaakt van hun eigen kinderen en zowel hun geliefden en nageslacht daar, als hun eigen vlees en bloed hier, in een lastig parket gebracht. Niemand heeft dit destijds natuurlijk zo gewild, maar het is wel gebeurd. En er is niets mee gedaan.
Ik heb ook contact gehad met het Nederlands Instituut voor Militaire Historie, maar hoe goed ze ook geprobeerd hebben me te helpen, ze kunnen niet veel voor mij betekenen, ze weten weinig van de manschappen in die tijd. Ik ben dus eigenlijk een beetje vastgelopen in mijn zoektocht. Maar een ding staat voor mij vast: mocht er een halfbroer of halfzus zijn, en die weet mij te vinden, dan ben ik zeker bereid tot contact. Mijn zoektocht geeft ook dubbele gevoelens. Als mijn vader er destijds voor zou hebben gekozen met die vrouw verder te gaan en een vader voor dat kind te zijn, was ik niet geboren. Maar mocht ik een broer of zus hebben, dan hoop ik die, mede namens mijn vader, te vinden. We zijn toch familie. Ik sta overal voor open en heb ook begrip voor alle emoties van een eventuele broer of zus.
Namen van de vader en van zijn Nederlandse zoon die de zoektocht is gestart, zijn bekend bij de redactie. Wie iets herkent in dit verhaal, kan contact met ons opnemen via
Dit e-mail adres is beschermd tegen spambots. U heeft Javascript nodig om het te kunnen zien.
|